Persoonlijkheidsvragenlijst

Als je een assessment moet ondergaan vind je een persoonlijkheidstest misschien nog wel spannender dan een capaciteitstest. Het voelt aan of er beoordeeld gaat worden hoe je als mens bent.

Bij een persoonlijkheidstest krijg je allerlei vragen voorgelegd over je eigenschappen en je gedrag. Je moet steeds uit twee of meer mogelijkheden kiezen welke stelling of welk woord het beste bij je past. Of je moet van een stelling of bepaalde eigenschap aangeven of die wel of niet van toepassing is op jou.

Bij een assessment zijn deze vragenlijsten soms erg lang. Dezelfde stellingen kunnen verschillende keren langskomen, telkens in andere combinaties.

Veel mensen ervaren een persoonlijkheidstest als lastig. Als je én graag evenementen organiseert én graag praat, wat moet je dan invullen als je daartussen moet kiezen?

Denk niet te lang na

Het beste kun je niet al te lang nadenken over je antwoord. Lastig natuurlijk om te kiezen of je nu meer accuraat of meer een teamplayer bent. Het heeft geen zin om hier lang over te blijven wikken en wegen. Als beide antwoorden bij je passen, kruis dan maar gewoon een van de twee aan.

Doordat alle antwoorden in verschillende combinaties aan de orde komen, komt er aan het eind waarschijnlijk toch een goed beeld van je uit.

Wees eerlijk over jezelf

Een ander probleem is of je de test altijd eerlijk moet invullen. Veel kandidaten hebben de neiging om niet altijd helemaal eerlijk te zijn en een iets rooskleuriger beeld van zichzelf te schetsen. Je wilt die droombaan natuurlijk heel graag en ‘samenwerken’ zullen ze wel belangrijk vinden. Je kruist dus graag aan dat samenwerken helemaal je ding is.

Maar als je in werkelijk liever rustig alleen aan de slag gaat, is het niet zo slim om hierover niet eerlijk te zijn. Geef daarom een eerlijk antwoord over je eigenschappen en gedragingen.

Geef niet alleen maar sociaal wenselijke antwoorden

Bij het geven van sociaal wenselijke antwoorden gaat het om gedragingen of eigenschappen die over het algemeen niet als positief worden opgevat. Als daar naar gevraagd wordt, durf je misschien niet toe te geven dat die van toepassing zijn op jou.

Omdat sociaal wenselijke antwoorden geven heel menselijk is, wordt hier in de persoonlijkheidstest al rekening mee gehouden. Er worden vragen opgenomen die meten in hoeverre jij sociaal wenselijke antwoorden geeft. Dit zijn bijvoorbeeld stellingen als ‘Ik ben altijd eerlijk.’ Niemand kan hier voor honderd procent ‘ja’ op antwoorden.

Met jouw antwoorden op deze vragen wordt gekeken hoe jij scoort op de ‘sociaalwenselijkheidsschaal’.

Als je hoog scoort op de sociaalwenselijkheidsschaal en je dus veel sociaal wenselijke antwoorden geeft, is dat van invloed op de uitslag van de test. De psycholoog die de test beoordeelt, zal er dan van uit gaan dat je op de andere vragen ook niet altijd eerlijk antwoord hebt gegeven.

Ga uit van recente gebeurtenissen

Ga bij het geven van de antwoorden steeds uit van je huidige situatie. Als je twijfelt tussen twee antwoorden, neem dan een recent voorbeeld waarop je antwoorden van toepassing zijn.

Bij voorkeur is dat dan een voorbeeld uit een werksituatie in de afgelopen twee jaar. Was je vroeger bijvoorbeeld erg verlegen, maar heb je dat in je huidige baan grotendeels van je afgeschud? Dan kun je nu rustig zeggen dat je doortastend, assertief of wat dan ook bent, maar in ieder geval niet meer verlegen.

Natuurlijk heb ook jij situaties meegemaakt waarvan je later het gevoel had dat je het verkeerd hebt aangepakt. Beschouw dat als een leermoment, waardoor je het nu beter doet. Ga bij het beantwoorden van de vragen nooit uit van die negatieve gebeurtenissen en neem juist de dingen die goed gingen.

Pas je antwoorden niet later aan

Soms kun je je antwoorden niet meer aanpassen nadat je ze gegeven hebt. Maar als het wel kan: doe het niet! Blijf bij het antwoord dat als eerste in je opkwam. Twijfelen en corrigeren maakt je resultaat niet beter en het duurt alleen maar langer voordat je klaar bent.

Ook al duurt de test lang, blijf de hele tijd serieus en geconcentreerd. Als je de test online in je eigen huis doet, laat je dan niet afleiden door allerlei zaken. Raffel de test naar het eind toe niet af. Dit kan een vertekend beeld van de resultaten geven.

Doe eventueel een oefentest

De antwoorden bij een persoonlijkheidstest zijn niet goed of fout, dus in die zin heeft het oefenen voor een persoonlijkheidstest totaal geen zin. Maar als jij je erg zenuwachtig maakt voor de test, geeft het een gerust gevoel als je weet wat zo’n test precies inhoudt.

Doe in dat geval rustig een oefentest. Je krijgt dan voorbeelden van eigenschappen en gedragingen waarnaar gevraagd wordt. Je kunt dan gelijk kijken of je je herkent in de uitslag die je krijgt.

Doe je voordeel met de uitslag van de test

Beschouw een persoonlijkheidstest als een handig middel om meer over jezelf te weten te komen.

De uitslag van de test is niet dat je een goede of een slechte persoonlijkheid hebt. Er zijn namelijk geen goede of slechte antwoorden mogelijk. Misschien komt het beeld dat door de test wordt geschetst overeen met wat je al over jezelf dacht. Het kan ook zijn dat de uitslag een beetje als verrassing komt en dat je jezelf er totaal niet in herkent. Denk dan eens goed na over de antwoorden die je gegeven hebt.

Relativeer de uitslag als je wordt afgewezen

De uitslag van de persoonlijkheidstest krijg je tegelijk met de uitslag van de rest van het assessment krijgen.

De persoonlijkheidstest bepaalt dus niet alleen of je wel of niet geschikt wordt bevonden voor de functie. Wel kan de persoonlijkheidstest uiteindelijk de doorslag geven. Zeker als er meer kandidaten tegelijk getest worden en je op de capaciteitstesten ongeveer gelijk scoort.

Bedenk dat als jij op grond van de persoonlijkheidstest wordt afgewezen, dat niet zegt dat jij nergens geschikt voor bent. Het zegt alleen dat de gevonden competenties volgens de werkgever niet bij het functieprofiel passen.